Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt

Verhalen nemen een voorkeurspositie in binnen ons brein. Ze zijn goed om dingen beter te begrijpen en onthouden.

Informatie wordt opgeslagen in ons langetermijngeheugen. Dat is waar de kracht van een goed verhaal komt kijken. Een van de onderdelen van het lange termijn geheugen is het declaratieve geheugen. Dit geheugen gaat over het niet-geautomatiseerde geheugen als een inhoudelijk gesprek voeren of het leren van begrippen.

Het declaratieve geheugen bestaat uit het semantisch en het episodisch geheugen. Het semantisch geheugen is het vermogen om feiten, betekenissen en concepten terug te roepen, onafhankelijk van de situatie waar we het hebben geleerd (zie ook de vergeetcurve). Het episodische geheugen is het vermogen om gebeurtenissen uit ons leven te reconstrueren, waarbij factoren als tijd, plaats en emotie worden meegenomen.

Deze twee systemen werken met elkaar samen: zo leer je eerst begrippen in een bepaalde context (les), waarbij deze vervolgens los van de context worden opgeslagen in het semantisch geheugen. Zo herinneren leerlingen vaak episodische details van een les, zonder dat zij precies weten wat er is besproken. Door het vertellen van verhalen met daarin interessante feiten, kun je gebruik maken van de verbinding tussen het episodische en semantische geheugen. Dit maakt het vertellen van verhalen een krachtige manier om te leren.

Uit onderzoek (Graesser et al., 1994) kwam naar voren dat leerlingen ongeveer 50% meer konden onthouden van een tekst met een narratief karakter dan een objectief geschreven tekst Uit verder onderzoek (Meyers & Duffy, 1990) bleek dat we verhalen met name onthouden door de sterkte van de causale verbanden. Als verbanden zwak of te sterk zijn, dan verwerken we het minder actief en onthouden we het minder goed (zie afbeelding). Verhalen zijn dus vooral krachtig als ze je aan het denken zetten.

Het is daarbij krachtig om verhalende elementen in je les te verwerken, zoals ‘The Four C’s: Causality, Conflict, Complications en Character (Willingham, 2004). Zo kun je leerstof bijvoorbeeld verwerken in een (persoonlijk) verhaal waarin er een conflict is tussen personages of waarbij een obstakel overwonnen moet worden om een doel te bereiken.

Bronnen

Baddeley A. D., & Hitch G. J. (1974). Working memory. The Psychology of Learning and Motivation, 8, 47–89. doi:10.1016/S0079-7421(08)60452-1

Didau, D. & Rose, N. (2019). Psychologie in de Klas: Wat Iedere Leraar Moet Weten. Culemborg, Nederland: Phronese

Graesser, A. C., Singer, M., & Trabasso, T. (1994). Constructing inferences during narrative text comprehension. Psychological Review, 101, 371–395.

Keenan, J.M., Baillet, S.D., & Brown, P. (1987). The effect of causal cohesion on comprehension and memory. Journal of Verbal Learning and Verbal Behavior, 23, 115–126.

Meyers, J. L., & Duffy, S. A. (1990). Causal inferences and text memory. In A. C. Graesser, & G. H. Bower (Eds.), Inferences and text comprehension. New York: Academic Press.

Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P. (2018). Wijze lessen: Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel, Nederland: Ten Brink Uitgevers.

Willingham, D. T. (2004). Ask the cognitive scientist: The privileged status of story. American Educator, 28(2), 43-45

klik om te vergroten.