Directe instructie is een vorm van docentgestuurde instructie, gericht op het overbrengen van informatie en ontwikkelen van vaardigheden.
Directe Instructie is een manier van lesgeven waarbij de docent eerst iets uitlegt en voordoet (zie modellen), waarna de leerlingen de gelegenheid krijgen samen met de docent en met elkaar verder te oefenen.
Het traditionele directe instructiemodel bestaat uit de volgende stappen:
- Dagelijkse terugblik
- Presentatie
- Oefening van het aangeleerde
- Zelfstandig toepassen
- Periodieke terugblik
- Terugkoppeling (gedurende elke lesfase)
Enkele belangrijke kenmerken van de DI zijn:
- Basiskennis en -vaardigheden op een krachtige wijze ontwikkelen.
- Aansluiten op het individueel tempo van de leerling.
- Duidelijke doelen stellen.
- Een heldere leerstofopbouw.
- Directe feedback geven.
- Werk met uitgewerkte voorbeelden.
Uit onderzoek komt naar voren dat directe instructie vooral beginnende leerlingen helpt om dingen te begrijpen (en experts juist in de weg kan zitten). Het is daarom belangrijk om goed aan te sluiten bij de kennis of vaardigheden van de leerlingen. Dit kan bijvoorbeeld door verkorte instructie, basisinstructie en verlengde instructie te geven (zie figuur: directe instructiemodel van Timmermans).
Meer tips? Klik op de afbeelding voor 17 tips bij de directe instructie.